Het Noorden
6.2.2016


Ik was in Noorwegen en ik tolkte,


wandelde,


en wandelde nog (veel) meer.

En opeens was het dinsdag. Na twee weken Noord-Noorwegen was ik opeens in Oslo, dat was niet het plan en veel te vroeg dacht ik, maar ik was in Oslo. Iedereen die ik wilde zien zag ik, alles wat ik wilde doen deed ik en alles wat ik wilde eten at ik. Ik sliep op mijn oude kamer, wist precies welke tram of bus ik moest nemen en hoe ik moest lopen en eigenlijk was alles als eerst, maar dan fijner. Ik was in paniek en moest huilen, knuffelde mensen tot blauwe plekken aan toe en zag zo gigantisch op tegen woensdag, naar het vliegveld moeten, terug naar Nederland gaan.

Maar toen was het dinsdag, ik wandelde naar Hanne.

Voorbij de school waar ik tijdens een rommelmarkt de helft van mijn (voormalige) interieur verzamelde, over het gras waar ik heb staan springen van blijdschap nadat ik hem voor het eerst weer kuste, langs het park waar ik ging picknicken met een jongen die ik nooit meer zag (met wie ik wel radslagen ging maken), over het stukje stoep waar ik ooit keihard uitgleed, langs de bushalte waar ik de bus vaker miste dan haalde en het stomme heuveltje omhoog wat ik al zo vaak omhoog liep. Ik huilde niet, glimlachte alleen maar en genoot van Oslo, de stilte, de frisse lucht.

Ik huilde ook niet toen ik mijn spullen inpakte, niet toen ik de trap afliep, niet in de tram naar het station of in de trein naar het vliegveld, niet in het vliegtuig. Gewoon: niet. En dat kwam nog wel onverwachter dan de vier dagen Oslo op zich.

Maar oh, wat ben ik blij om deze woorden te typen. Dat het goed is. Het is goed. Nederland is thuis en Oslo is thuis, maar nu weer even niet. Over een paar maanden is alles gewoon hetzelfde. Dan zie ik iedereen en doe alles wat ik wil en is Oslo gewoon een paar dagen thuis. Thuis, maar niet thuis.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Elke reactie maakt mijn dag een beetje beter. Dus, dank je.
(Mailen mag ook: heimarlou@gmail.com)